
Nodig:
(deeg)
120 gr bloem
90 gr roomboter, in blokjes
40 gr witte basterdsuiker
1 eidooier (bewaar het wit voor straks)
(vulling)
4 eieren
100 gr suiker
1 el gezeefde bloem
Sap van 3 citroenen
50 gr roomboter
(schuimlaag)
2 eiwitten
100 gr kristalsuiker
Werkwijze:
(deeg) Meng de ingrediënten en kneed tot een soepel deeg. Wikkel in plasticfolie en laat een uur rusten in de koelkast. Verwarm de oven op 180 graden. Bekleed een bakvorm met een losse bodem met het deeg. (van de Elle moet dat een vierkante bakvorm zijn van ongeveer 11x35 cm maar ik denk niet dat de taart anders smaakt als je een ronde vorm gebruikt…). Bak de deegbodem in ongeveer 20 minuten goudbruin.
(vulling) klop eieren, suiker en bloem met een garde tot een glad mengsel. Breng citroensap en boter in een pannetje aan de kook. Neem de pan van het vuur, giet het mengsel beetje bij beetje in het eimengsel, en giet vervolgens alles terug in de pan. Verwarm dit mengsel tot het een soort dikke vla wordt. (Het stijft maar ietsje op, dus het moet in de pan ongeveer de consistentie hebben waardoor het niet van je taartbodem afvloeit als je de rand weghaalt.) Blijf stevig roeren anders heb je straks taart met klontjes. Schep de “vla” op de taartbodem en strijk de bovenkant glad. Dek af met plasticfolie en laat helemaal afkoelen (dan stijft het iets op).
(bovenlaag)
Verwarm de grill. Klop de eiwitten in een kom goed stijf. Meng de suiker erdoor en blijf kloppen tot de suiker helemaal is opgelost en de eiwitten zachte pieken vormen.
Zet de taart op een bakplaat en schep de eiwitten er overheen. (Nonchalant, zegt de Elle, maar wat ze daar precies mee bedoelen??)
Laat het eiwit onder de gril in enkele tientallen seconden bruin kleuren. Bij mij duurde dat enkele minuten, maar de tip is in ieder geval: ga voor de oven zitten, en zodra je de eiwitten ziet kleuren, haal je ze uit de oven.